OTVaria nummer 36, maart 2001 pagina 3-7  
Heruitgave februari 2013  

 

Polderplannen en boerenbesognes,
interviews met de familie van der Krogt en Arjan de Kok (2001)

 

In de op het oog zo rustige Oostvlietpolder is van alles aan de hand. Van alle kanten zijn er onderhandelingen aan de gang aangevuld met rapporten en kaarten van het gebied zoals het er in de toekomst uit moet zien. Een groot stuk agrarische grond moet verdwijnen voor een bedrijventerrein. Twee mensen die nauw betrokken zijn bij de polder zijn Arjen de Kok, projectleider bij de gemeente Leiden en Huib van der Krogt sinds jaar en dag boer in het gebied. Zij kennen allebei het gebied. De een vanuit de teken- en onderhandelingstafel de ander vanuit de aarde en de lucht. Ze hebben elkaar ooit ontmoet na de verkoop van het land van Van der Krogt. Ieder op hun eigen stek vertellen ze over de toekomst en de geschiedenis van de polder.

 

"Er zijn al verschillende stappen genomen voor de herinrichting van de polder. Ik heb er alle vertrouwen in en de massa wil het"

De Kok zit in zijn kantoor in het Stadsbouwhuis, afdeling Grondzaken. Anderhalve meter achter hem werkt een vrouw op haar computer. Door de glazen wand zijn nog meer mensen achter beeldschermen zichtbaar. Het beeld van de krappe werkruimte lijkt de behoefte van de Gemeente Leiden naar meer oppervlakte te illustreren. Toch is het niet de bedoeling dat er op het te bouwen bedrijventerrein Oostvlietpolder een nieuw kantoor voor de Gemeente Leiden komt.

"Voorlopig kost de herinrichting van de polder alleen maar geld. De bedrijven die zich vestigen in de polder zullen ook een deel hiervan moeten betalen verrekend in de pacht of koop."

Volgens het nieuwe bestemmingsplan van de Gemeente Leiden is een groot deel van de polder bestemd voor een bedrijvenpark. Gunstig gelegen aan de snelweg A4 moet dit project bedrijven aantrekken.

"Bedrijven die zich graag in Leiden zouden willen vestigen wijken nu uit naar andere gemeenten. Bijvoorbeeld het distributiecentrum van Hoogvliet dat nu in Alphen aan de Rijn staat. Dat gaat ten koste van de werkgelegenheid hier. Wij willen nu eenmaal meer welvaart en economische groei met z'n allen. Daarbij hoort dat er geproduceerd wordt. Er hebben nu al zo'n 40 of 50 bedrijven zich aangemeld en zou het bedrijfsterrein vandaag officieel aangeboden worden d.m.v. bijvoorbeeld een bord langs de A4 of een advertentie, dan melden zich morgen 300 bedrijven. Daarvan ben ik overtuigd."

Er mogen niet alleen maar kantoren komen op de nieuwe locatie. Van een bedrijf mag maximaal 30% kantoor zijn. De rest is bestemd voor het maken van produkten.

"Dit heeft te maken met een landelijke norm, het abc-beleid, die voorschrijft dat bedrijven met een hoog aantal werknemers zich niet mogen vestigen in een gebied waar geen openbaar vervoer komt. Bedrijfswoningen zijn ook niet toegestaan omdat dit de komst van bedrijven met een risicofactor tegenhoudt,"

aldus de Kok. In totaal zullen 4000 mensen moeten werken op een oppervlakte van 40 ha. Verder blijft 40% van het totale gebied groen.

"Dat is veel voor een dergelijk gebied."

 
Aantrekkingskracht

"Leiden zit knel of lijkt knel te zitten. De gemeente ziet grond en ze ziet huizen, wij zien grond en zien er koeien op staan. Op 18 ha werkt nu 1 vrouw terwijl er op hetzelfde gebied meer dan 1000 mensen kunnen werken."

Huub van der Krogt, Toos en hun twee dochters José en Linda zitten aan tafel in de kleine huiskamer van hun boerderij Oostvliet. Zij hebben zich al enige tijd voorbereid op de veranderingen in de polder.

"In februari 1999 kregen we het verzoek of wij ons land wilden verkopen. Ik had de keuze tussen blijven op de boerderij die ik erfde als familiebezit in 1965 en waarop generaties lang geboerd is met de dreigende consequentie van procedures en op termijn eventuele landonteigening, of kiezen voor verkoop en me te richten op een nieuwe toekomst elders. Uiteindelijk en na lang beraad zijn we overgegaan tot verkoop van land aan de gemeente Leiden. Ik heb het vooral gedaan voor mijn opvolger, zoon Gerard. Wij wonen nu in de provincie Noord-Holland. In de buurt van Heerhugowaard hebben we een boerderij gekocht. Naar die boerderij zijn ook dertig melkkoeien uit Leiden verhuisd. En er zijn daar dertig koeien bijgekocht. In Leiden beheert Linda de oude boerderij met twintig overgebleven melkkoeien, dertig stuks jongvee en nog zo'n 30 schapen", aldus Huub van der Krogt.

De boerderij aan de Vliet heeft een aantrekkingskracht op recreanten en kinderen. Hij ligt in een bocht aan de Vlietweg. Er is altijd wat te zien. Achter een hoge heg ligt een bijzondere boerderijtuin met bomen, bloemen en groentes die verzorgd wordt door José. Er staat een kleine stal voor jongvee die samen met een hooiberg het woongedeelte van de boerderij aan het zicht op de weg onttrekt. Een oprit inkijkend zien we het erf waar meestal wel een pauw, kippen en een haan rondscharrelen. Er ligt voer en stalmest en een aluminium melktank glimt achter een openstaande staldeur. Na de oprit staat de houten melkstal en aan de overzijde van de weg ligt achter wat aangeplante wilgen een grote mestopslag verborgen.

"Wij vinden zelf de voorkant van onze boerderij het mooist, het stuk dat je vanaf het water ziet."
"Hier komt altijd iemand een busje melk of een doosje eieren halen. Soms komen ze vertellen dat er een koe in de sloot zit. Mensen stoppen voor de koeien die de weg oversteken. Sommige mensen aaien de paarden alsof ze nog nooit een paard hebben gezien," aldus Linda.

Voorlopig kan Linda het land dat verkocht is aan de Gemeente nog voor een periode van maximaal zes jaar gebruiken. Dit geldt alleen als Leiden dit niet nodig heeft voor de vestiging van volkstuinen of industrie. Toos van der Krogt heeft zelf ooit de onteigening van de boerderij van haar ouders in de buurt van Zoetermeer mee moeten maken. Zij kent aan den lijve het verhaal wat veel boerenfamilies kunnen vertellen die dicht bij een stedelijke kern zitten. Het bedrijf van zoon Gerard zal misschien over vijfendertig jaar een zelfde lot wachten.

In 1967 trouwt Huib met Toos en vestigen zij zich op de boerderij die dan nog van zijn ouders is. Vroeger was de boerderij eeuwenlang alleen varend of te voet te bereiken. De Vlietweg is gemaakt in 1914. De bomen langs de weg en aan de overzijde van de Vliet werden geplant na de tweede wereldoorlog ter vervanging van alles wat de leidenaren gedurende die oorlog hadden afgezaagd.

Huub: "Toen we net getrouwd waren gingen er geruchten dat het volgebouwd zou worden met huizen. Later was er vanwege het tekort aan volkstuinen het plan van de Gemeente om op mijn land, tussen de bestaande volkstuincomplexen, een nieuwe vereniging te plaatsen. Dit is niet doorgegaan omdat Leiden de beschikking kreeg over polder Cronesteyn. Daar is toen het gelijknamige voikstuincomplex neergezet."

"In het begin van de vijftiger jaren zag het gebied er nog erg agrarisch uit. Er stonden nog geen bungalows langs de Vlietweg. De huizen vlak na café Cronesteyn, onder andere dat van de melkboer werden net gebouwd. De boerderijvilla tegenover Laken was nog een echte boerderij en op de plaats van de platte bungalows was ook een boerenbedrijf. Het land bij deze boerderijen lag aan de overzijde van de Vliet waar nu de sportvelden en de waterzuivering zijn. "

In die tijd kwamen ook de volkstuinen.
"Met een tractor werd een strook grasland geploegd. In het midden liet men als pad een strook gras van 4 meter staan. Er kwam een man met een meetlint die om de tien meter een paaltje met een bordje zette. Zo kregen mensen een tuin. In het begin sjouwden tuinders die een huisje of hutje wilden, hun bouwmateriaal plank voor plank over het gras naar achter. We genieten ook nu nog van de volkstuinders. Ze komen in de lente met hun spulletjes. Daarna gaan ze dag in dag uit heen en weer naar hun tuin," zegt Huub. "Die volkstuinders zitten hier al zo lang, ze zijn ook bij dit gebied gaan horen," aldus Toos
.

(kaart 1)

De boerenfamilie heeft zich niet willoos overgegeven aan de Gemeente. Ze hebben samen met de buurtbewoners, tuinders en andere betrokkenen geprotesteerd tegen de plannen voor industrie en baggerstort.

Huub: "Laat ons zitten", heb ik tegen de planners gezegd. "Het is toch mooi; koeien en jongvee in de wei. Koeien die de weg oversteken, twee maal daags van het voorjaar tot het najaar. De Gemeente heeft er geen oog voor. Ze zet liever op een bedachte plaats een kinderboerderij neer. Een boerderij vindt men niks en het brengt niks op. Nu komt er in plaats van land met koeien een ecologische zone of een wandelpad. Aan de overkant van de Vliet ligt ook een prachtig pad met mooi uitzicht, toch kijken zeven van de tien mensen die er lopen naar de grond en nooit omhoog. Er is zelfs elke morgen een vrouw die haar hond uitlaat terwijl ze een stapel papier voor kantoor doorleest."
"De moderne roep om recreatie is voor ons gedeeltelijk iets raars. Er lijkt veel vraag naar te zijn, maar hoeveel mensen gaan er nu werkelijk ook een wandeling maken in Cronesteyn? Recreatie is een massa-artikel maar of de massa naar een ecologische zone komt om te recreëeren betwijfelen we dan ook. Veel mensen denken immers dat wij gek zijn; je bent toch gek als je boer bent. Boer zijn doen we niet om geld te verdienen; we doen het uit roeping."

 

Nieuwe Kaart

 

Ondertussen is de Kok er van overtuigd dat er straks een mooi bedrijfsterrein zal staan.
"Het plan zal een groen uiterlijk krijgen. Minister Pronk van Milieu zou het liefst hebben dat de bedrijven totaal onzichtbaar zijn maar dit is niet haalbaar. De inrichters zullen hun best doen om het geen traditionele zichtlokatie te laten worden. De bedrijven die zich willen vestigen in Leiden moeten duurzaam bouwen. Er zal hier bijvoorbeeld verplicht een gescheiden afvalwatersystemen moeten zijn waarbij regenwater naar sloten gaat" ,aldus Kok.

De gemeente heeft nu nog steeds niet al het land aangekocht wat op hun verlanglijstje staat. De families Laken, de Wit, van Haastert en Lagenberg zijn nog in onderhandeling met de Gemeente over de verkoop van hun land. In 1998 kreeg de Gemeente het alleenrecht van landaankoop in de Oostvlietpolder mits zij binnen een bepaalde tijd een goedgekeurd bestemmingsplan klaar had. Vorig jaar werd het plan goedgekeurd. Bij de familie van de Krogt ligt de recente kaart van het gebied op tafel.

Huub: "Enige jaren geleden is 30 ha. bij het recreatiegebied Vlietland verkocht aan Zandwinningsmij. Vlietland. Een strook van 25 ha. is verkocht aan Hoogheemraadschap Rijnland".

Van de Gemeente Leiden is het volgende: de direct naast OTV en Roomburg liggende strook van 8 ha.; het grondgebied van OTV en Roomburg samen groot 5 ha. en 10 ha. van Volkstuinver. Oostvliet. Het gebied van 20 ha. tussen de volkstuincoinplexen is door van der Krogt in 2000 verkocht aan de Gemeente Leiden. In het overgebleven gebied is 5 ha. in bezit van de familie Laken, van Lagenberg is 20 ha. en van De Wit 4 ha. Tenslotte is een stuk van 14 ha. bij de Europaweg van Van Haastert.

Huub: "De strook land van 8 ha. naast de volkstuinen is al in 1939 door de provincie gekocht voor de aanleg van een nieuwe rijksweg richting Voorschoten. Het was in bruikleen bij weduwe en boerin Tante Jet. Zij woonde tot haar negentigste op het kleine boerderijtje links voorin de bocht. Tot haar dood werd zij in het onderhoud van dit land geholpen door ons en de buren de Wit. Na haar dood werd het land in gebruik gegeven aan deze buren door de gemeente Leiden die nu de eigenaar van de grond is.
Leiden kocht het perceel eind jaren zestig om daar nog meer volkstuinen aan te leggen. Dit plan kon niet doorgaan omdat percies onder dit stuk grond de waterpersleidingen van de bierbrouwer Heineken naar de waterzuivering liggen. Dus onbruikbaar.
"

de Kok en de gemeente Leiden gaan voortvarend te werk.
"Ik denk dat in het voorjaar van 2002 de heringedeelde volkstuinen in gebruik kunnen worden genomen. Wel is er nog een procedure van het baggerstortbedrijf Zuid-Holland die binnen de polder een baggerstortdepot wil hebben. Het bedrijf heeft al een aanvaag voor een vergunning liggen. De Provincie moet hierover beslissen. Ook heeft het baggerbedrijf bezwaren tegen het bestemmingsplan van de gemeente Leiden. Dit ligt bij de Raad van State.
Na een uitspraak moet dan het bestemmingsplan van de gemeente misschien aangepast worden. Met de bouw van het bedrijventerrein kan wel gewoon begonnen worden zodra de vernieuwde volkstuinen er liggen. Het baggerdepot komt dan eventueel tussen de vlietweg en het nieuwe bedrijventerrein te liggen. Nu staat dat op de kaart als 'agrarisch onbebouwd'
".

Op dat gebied, nu nog weiland, kijkt de boerenfamilie uit. Mevrouw van de Krogt: "het kost ons wel moeite om hier te vertrekken. We missen onze wortels hier, de sociale contacten. Hier hebben we veel aanloop, in Noord-Holland schijnen de mensen wat meer op zichzelf te zijn. Het wordt weer een nieuwe start."

 


Als de vergunningen door de provincie niet verleend worden, en de Raad van State da bezwaren van BZH afwijst. dan lijkt de Gemeente Leiden ongestoord te kunnen beginnen met de verplaatsing van de volkstuinen en dan het in gereedheid brengen van gedeelten van de bedrijfskavels B zuid (Gemengde bedrijvenpark)en B noord (Businessparc) over de dan voormalige terreinen van OTV Oostvliet en van der Krogt.

Dhr. de Kok wil niet praten over de onderhandelimqen over de percelen van Laken, de Wit. van Haastert en Lakenberg (zie kaart 1). In tegenstelling tot van der Krogt zijn zij (nog) niet overgegaan tot verkoop. Over hun percelen is het grootste gedeelte van bedrijfskavel B-noord gepland.

 

Redactie OTVaria:
Klaas Bolhuis - Astrid Vlasman
Kaarten: Klaas Bolhuis, Gemeente Leiden
2001

 


OTVaria nummer 36, maart 2001 pagina 3-7  
Heruitgave februari 2013  
in bewerking...
Aanvullingen:
1/
2/

Bewerking: Wout van Nieuwpoort
Leiden 2013
Heeft u opmerkingen, aanvullingen dan graag een e-mailtje aan: otv.secretariaat@gmail.com